Zes zinnen, zo heet het gehele gedicht. Het is van Anton Ent en staat in zijn bundel Ode aan de Ooievaar uit 2003. Hij behandelt in dat gedicht de menselijke zintuigen. In zijn volgorde zijn dat: gehoor, smaak, zicht, tast en reuk. De zesde zin verwijst niet naar een zesde zintuig, maar naar zingeving. Dat typeert Anton Ent. Hij speelt graag met taal. Continue reading Zes zinnen – Anton Ent
Category Archives: dichtlog
The Picture of little T.C. in a Prospect of Flowers – Andrew Marvell
De tulp was ook in het 17e eeuwse Engeland bekend, met inbegrip van het kenmerk dat ze niet (lekker) ruikt. Dat blijkt uit het volgende gedicht van Andrew Marvell (1621-1678). Hij was een Engels dichter en tijdgenoot van Robert Herrick, aan wie wij op 17 september jl. aandacht besteedden. Marvell was een vriend van John Milton, Continue reading The Picture of little T.C. in a Prospect of Flowers – Andrew Marvell
Herleven de Nachten – Jan Hanlo
Bij dit thema moet ik iets vertellen over de psychologie van de geur of liever van de reuk. Geur is wat ons reukorgaan (de neus) waarneemt. Dat gebeurt ten dele bewust, maar voor een belangrijk deel onbewust. De verwerking van de geurprikkels vindt plaats in het limbische systeem van onze hersenen. Dat is een oud systeem op de schaal van de evolutie, dat vooral te maken heeft met gevoelens en emotie. Continue reading Herleven de Nachten – Jan Hanlo
Bloemengeuren – K. Schippers
´Bloemengeuren´ is een kindergedicht, want het staat in de dikke Komrij die we eerder noemden. Hiermee sluiten we ons thema kindergedichten af, maar maken meteen de overstap naar een nieuw thema. Want dit gedicht bevat ook een fraai voorbeeld van een stijlfiguur (de opsomming), en past verder uitstekend bij het thema ‘geur’. Continue reading Bloemengeuren – K. Schippers
Enchanted tulips – A.E. & M. Keary
Bij de titel van dit gedicht moest ik denken aan één van de oudste attracties van de Efteling. U weet wel, die met het zwevende tapijt, waar je in de paleistuin tulpen ziet opkomen en weer de grond in gaan. Het gaat hier om een ander sprookje, maar het hoort wel tot de categorie ´grappige en zonderlinge verhaaltjes´. Daar zitten ook kindergedichten tussen over boze tovenaars, vreselijke draken, en zo. Gedichten die behoorlijk eng en beangstigend klinken. Gelukkig ziet de tere kinderziel dat vaak anders. Continue reading Enchanted tulips – A.E. & M. Keary
Lotje in de lente – Petronella Moens
Het volgende kindergedicht past bij geen van de hoofdthema´s die we eerder noemden. Eigenlijk hoort het thuis in de categorie ´moralisering´, maar het stamt dan ook uit het begin van de 19e eeuw. Dat was de tijd, waarin de opvoedkunde nog geheel bestond uit oorvijgen en vermaningen. Zie hoever de vooruitgang inmiddels is voortgeschreden: vandaag de dag moet er op last van het rijk in elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin komen! Continue reading Lotje in de lente – Petronella Moens
Schepping – Remco Ekkers
Jan van Coillie heeft een studie gedaan naar 30 jaar kinderpoëzie in Nederland en Vlaanderen van 1950 tot 1980. “Van lapjeskat tot liegbeest”, zo luidde de titel van zijn artikel uit 1982. Heel aardig om te lezen, misschien een idee voor wie op zoek is naar een onderwerp voor een scriptie. Continue reading Schepping – Remco Ekkers
Met rozerood en zonnehoed – Peter Jaspers
De dikke Komrij bevat welgeteld 5 stuks kinderbollenpoëzie. Dat komt neer op een half procent. Ik weet niet of dat een algemene verhouding is voor de mate waarin bollenpoëzie voorkomt. Misschien is dat wel zo bij kindergedichten, maar in mindere mate bij poëzie voor volwassenen. Om dat aan de weet te komen zou je meer onderzoek moeten doen. Volgende keer ga ik op dergelijk onderzoek in. Continue reading Met rozerood en zonnehoed – Peter Jaspers
De bloemenplukster – anoniem
Het is hoog tijd voor actualiteit en een nieuw thema voor de komende dichtlogs. Dat wordt kinderpoëzie. Want vorige week was het Kinderboekenweek en kinderpoëzie was dit jaar het thema. Het was overigens een lange week, want hij begon al op 1 oktober. Toen mocht ik ´s ochtends in Boekhandel Grimbergen samen met kinderen van basisschool De Tweemaster de Kinderboekenweek openen. Continue reading De bloemenplukster – anoniem
O Tell Me The Truth About Love – W.H. Auden
W.H. Auden wordt algemeen gezien als de grootste Engelse dichter van de 20e eeuw. Hij werd geboren in York in 1907, en overleed in Wenen 1973. Zijn voornamen zijn Wystan Hugh, maar hij tekende altijd met W.H. Auden. Naast poëzie schreef hij ook proza, essays, drama. Zijn schrijfstijl was zeer gevarieerd, knap en geëngageerd. In zijn jonge jaren behoorde hij tot de linkervleugel, met belangstelling voor het socialisme en de psychoanalyse. Continue reading O Tell Me The Truth About Love – W.H. Auden