Een lijster in de la – Adèle Bloemendaal

23-02-2009

Het is volop carnaval. Afgelopen vrijdag hebben we traditiegetrouw weer voor een paar dagen de sleutels van het dorp afgegeven. Noblesse oblige, dus doen we nog een uitstapje (al is het wel hinderlijk steeds die thema-onderbrekingen). De bollenpoëzie kent een onvervalste caranavalskraker, namelijk het onvergetelijke lied “Een lijster in de la” van Adèle Bloemendaal (1933). Deze carnavalshit stond begin 1975 zes weken in de Nederlandse Top 40, waarbij plaats 11 de hoogste positie was. Adèle’s meisjesnaam was Hameetman. Zij bleef zich evenwel noemen naar haar eerste man, ook toen ze gescheiden was en hertrouwde met Donald Jones. Adèle Bloemendaal was actrice, cabaretière en zangeres. Haar grootste bekendheid kreeg zij door haar rol in de populaire tv-series ’t Schaep met de 5 Pooten uit 1969 en Citroentje met suiker uit 1973. Een aantal liedjes uit de eerstgenoemde serie, die zij zong met Leen Jongewaard en Piet Römer, werden redelijke hits (zoals “Het zal je kind maar wezen”).
Het lied “Een lijster in de la” werd geschreven door Pieter Goemans (muziek) en Leen Valkenier (tekst), bepaald geen onbekenden in de wereld van muziek en amusement. Leen Valkenier (1924-1996) is de tekstschrijver van de Fabeltjeskrant, de populaire kindertv-serie (1968-1973 en 1985-1989) waarvan maar liefst 1640 afleveringen zijn gemaakt. En Pieter Goemans (1925-2000) schreef in de jaren ’50 de tekst en de muziek van het overbekende lied “Aan de Amsterdamse grachten”. Ook schreef hij in de jaren ’60 8x een liedje voor het Nationaal Songfestival (onder andere “Een speeldoos” van Annie Palmen, en “Ploem Ploem Jenka” van Trea Dobbs).
“Een lijster in de la” valt bij mij in de categorie ‘absurd’ als het bollenpoëzie betreft. De betekenis van ‘een grote paarse krokus in de tuin’ ontgaat me namelijk ten enenmale…… Tot slot nog een tip: op YouTube kun je de uitvoering van dit nummer zien in het toenmalige tv-programma TopPop. Ik raad het niet aan, want het lied blijft nog dagen in je hoofd hangen.

Een lijster in de la
 
refrein:
    Lou, d’r legt een lijster in de la, het zal wel voorjaar wezen
    Lou, d’r legt een lijster in de la, het zal wel voorjaar zijn
    Ik dacht nog even: ‘t Is pas februari
    Maar ‘t zelfde is gebeurd bij ome Arie
    Lou, d’r legt een lijster in de la, het zal wel voorjaar zijn

We kwamen uit de kroeg, ik denk: De vloer die loopt wat schuin
D’r stond een hele grote paarse krokus in de tuin
Ik was misschien het spoor een beetje bijster
Want in de la, daar lag die dooie lijster
Dus vraag ik aan mijn man
“Lou, begrijp je daar wat van?”

refrein

Toch bleef ik denken: Hoe komt nou die lijster daar terecht
Ik had er immers enkel maar m’n feestneus ingelegd
Toen zien ik ineens m’n grote rooie kater
Die zegt: “Ik ben vanouds een lijster hater
Dat beest is nu toch dood
Ik spring bij Lou op schoot.”

refrein

Ik ben toen maar in bed gestapt, het was zo’n vreemd geheel
Die lijster en die alcohol, dat werd een beetje veel
Ik dacht: Ik laat het effetjes betijen
Maar toen begon m’n schat me te verleien
Ik dacht: Laat ‘m maar gaan
De lente komt d’r aan

refrein (2x)