Februari – Paul Gellings
23-02-2010
Ons tweede februari-gedicht is van Paul Johann Gellings (1953). Deze Amsterdammer bracht zijn jeugd door in Enschede en studeerde Frans in Groningen. Sinds 1993 woont en werkt hij als docent Frans in Zwolle. Van 2004 tot 2006 was hij daar ook stadsdichter. Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen stond hij op de lijst voor Groen Links in Zwolle, maar hij werd niet gekozen. Behalve docent is Paul Gelling schrijver, dichter en vertaler. Zo vertaalde hij werk van de dichter Rutger Kopland in het Frans, dat werd gepubliceerd bij de bekende Franse uitgever Gallimard (1986 en 1998). Hij schreef een viertal romans; de eerste speelde voor een belangrijk deel in Groningen (Witte Paarden, 2001), de tweede ging over de Amsterdamse Rivierenbuurt (Zuidelijke Wandelweg, 2003). Paul Gellings publiceerde zes dichtbundels. Plekken spelen een grote rol in zijn gedichten (ook in zijn romans, trouwens), net als de tijden in het jaar. In zijn poëzie houdt hij zich bezig met de kringloop van het leven en de tijd, met herinnering en verwachting, en soms met lichte weemoed.
Onze bollenpoëzie komt uit de derde dichtbundel van Paul Gellings: ´De val van verf en roest` uit 1993. Februari geeft een mooie dichterlijke bespiegeling op de tijd vlak voor het aanbreken van de lente: “de aarde houdt zich in”. En inderdaad, dat is juist wat we dit jaar nu al een tijdje doormaken…..
Februari
Mijn kalender op een kier gezet
en alvast geroken aan
onzichtbaar groen.
Mijn oor op het papier gelegd
en geluisterd naar het lied
van ieder jaar.
Begraven in het flets gazon
schopt de krokus, wentelt
zich de narcis.
Deze dagen niet verscheuren, maar
koesteren als een raam met
zicht op zilver water.
Avond aan avond nog de stilte van
het wachten, de aarde houdt zich
in, geen kat schreeuwt
om gezelschap en van takken
trilt alleen de schaduw
in de maan.
Zo vluchtig deze tijd, een altijd
nieuw seizoen, dat ik in huis
haal om te vangen.