Het sneeuwklokje – Mies Bouhuys
04-03-2010
Het laatste sneeuwklokjesgedicht van dit subthema. Het vriest ´s nachts, maar overdag schijnt de zon. Het is nog wel wat koud voor de tijd van het jaar. Toch maken we voort, want als straks de lente losbarst, hoort daar andere bollenpoëzie bij.
Eerder hebben we al aandacht besteed aan Mies Bouhuys, op 2 juli 2008, kort na haar overlijden. Daarom houden we het nu kort.
Dit schattige gedichtje komt uit de bundel ´Op een versje het jaar door´ uit 1983.
Het sneeuwklokje
Als ik zelf niet had gekeken
bij de kale boom,
had het net een droom geleken
zoals je ze ´s winters droomt.
Maar ze staan er. Sprietjes staan
van een vinger lang,
zo maar uit de grond geschoten
voor geen wind of winter bang.
Sneeuw, in fijne witte vlokjes
op elk sprietje groen:
klokjes die met klepels luiden
zoals echte klokken doen.
Soms kun je om kleine dingen
zó verwonderd staan
dat je hardop wilt gaan zingen
en dat heb ik dus gedaan.