Joost van den Vondel is zonder twijfel de grootste Nederlandse schrijver/dichter uit de Gouden Eeuw. Hij werd geboren in Keulen uit doopsgezinde ouders, die zich in 1597 in Amsterdam vestigden. Zijn vader had een zijde- en kousenwinkel in de Warmoesstraat, die hij in 1610 overnam, en in 1652 weer overdroeg aan zijn zoon. Deze ging na een paar jaar failliet, en Vondel nam de schulden op zich. Vanaf 1657 werkte hij bij de Banck van Leninge tot zijn pensionering in 1668.