Schepping – Remco Ekkers
24-10-2008
Jan van Coillie heeft een studie gedaan naar 30 jaar kinderpoëzie in Nederland en Vlaanderen van 1950 tot 1980. “Van lapjeskat tot liegbeest”, zo luidde de titel van zijn artikel uit 1982. Heel aardig om te lezen, misschien een idee voor wie op zoek is naar een onderwerp voor een scriptie. Volgens Jan van Coillie komen er vijf hoofdthema’s voor in de bijna 3000 kindergedichten uit die jaren: 1. De kinderwereld van alledag (28%); 2. Grappige en zonderlinge verhaaltjes (25%); 3. Dromen, wensen en vragen (3 %); 4. De wereld van de dieren (32%); en 5. De natuur (12 %).
Interessant zo´n categorisering, maar of die zich altijd gemakkelijk laat toepassen is de vraag. Neem nu het onderstaande gedicht van Remco Ekkers. Met een beetje goede wil zou je het in elke categorie kunnen indelen. Goed, het is uit 2001, en valt dus buiten de door Van Coillie onderzochte periode, maar toch.
Wie is Remco Ekkers (1941)? Hij bracht zijn jeugd door in Bergen (NH) en Den Helder, en studeerde Nederlands in Groningen. Hij heeft heel wat dichtbundels op zijn naam staan. Zijn gedichten gaan over het leven en de literatuur. Zijn poëzie voor kinderen zou niet wezenlijk verschillen van zijn poëzie voor volwassenen. Voor zijn eerste dichtbundel voor kinderen, “Haringen in sneeuw”, ontving Ekkers in 1985 de Zilveren Griffel. Net als Komrij die dit jaar voor zijn bloemlezing van kindergedichten kreeg. Het gedicht ‘Schepping’ is in het boek van Komrij opgenomen.
Schepping
In den beginne was er niks
Toen was er een punt
En dat is gebarsten, pats
Toen kwamen de sterren.
En de planeten, de manen
Er was water, aarde
Vuur, lucht, bliksem, donder
En toen kwam het leven.
Paddestoelen, kastanjes, narcissen
Hagedissen, makrelen, tapuiten
Luipaarden, monniksapen, mijn vader
Mijn moeder en toen kwam ik.