Tag Archives: overgang van winter naar lente 2

Lentedag – Frouwkje Zwanenburg

Nu het weer milder wordt en het zonnetje schijnt, zijn de sneeuwklokjes en de krokussen massaal in bloei gaan staan. En de narcissen en de hyacinten komen er aan. Hier past een vrolijkstemmend voorjaarsgedicht bij. Frouwkje Zwanenburg (1953) schreef er zo één. Zij was in 2005 en 2006 stadsdichter van Gouda, en in die stad de derde stadsdichter op rij. Continue reading Lentedag – Frouwkje Zwanenburg

Der Mutschöpfer – Thomas Rosenlöcher

Nog een mooi vroegvoorjaarsgedicht, waarin een krokus figureert. Het is van de (Oost)Duitse dichter/schrijver Thomas Rosenlöcher, geboren in Dresden in 1947. Hij studeerde bedrijfswetenschappen aan de Technische Universiteit van Dresden van 1970 tot 1974 en was daarna werkzaam als arbeidseconoom. Van 1976 tot 1979 studeerde hij letteren in Leipzig. Sinds 1983 is hij full-time schrijver. Continue reading Der Mutschöpfer – Thomas Rosenlöcher

Ik heb de hele winter niet geweten – Paul Verbruggen

Hoewel overdag het zonnetje schijnt, blijft het nog winters weer. We ondervinden dus nog steeds een gure aanloop naar het echte voorjaar. Binnen het subthema krokussen zijn er enkele gedichten die daar goed bij passen. We beginnen met de Vlaamse dichter Paul Verbruggen (1981-1966). Hij studeerde Germaanse talen in Gent, maar maakte die studie niet af. Zijn eerste betrekking was bij de Stadsbibliotheek in Antwerpen. Continue reading Ik heb de hele winter niet geweten – Paul Verbruggen

Spring – Alfred Lord Tennyson

Het huidige weer doet reikhalzend smachten naar de komst van de lente. Dat doet ook Alfred Lord Tennyson in de bollenpoëzie van vandaag. Alfred Tennyson (1809-1892) is één van de bekendste Engelse dichters uit het Victoriaanse tijdperk. Tennyson was de zoon van een dominee in Somersby, Lincolnshire. De vader dronk veel en had (daardoor) regelmatig een geestelijke ineenstorting, en verder was er de nodige ruzie thuis. Continue reading Spring – Alfred Lord Tennyson

Perce-neige – Nérée Beauchemin

Het prachtige Franse woord voor sneeuwklokje is perce-neige, letterlijk: doorboort de sneeuw. Dit derde gedicht in deze subreeks is van de Frans-Canadese plattelandsdokter Nérée Beauchemin (1850-1931). Beauchemin werd geboren in Yamachiche in Quebec, waar zijn vader huisarts was. Hij studeerde medicijnen aan de Laval Universiteit. In 1974 keerde hij terug naar zijn geboortedorp, volgde zijn vader op en bleef daar de rest van zijn leven wonen. Continue reading Perce-neige – Nérée Beauchemin

Schneeglöckchen – Joseph von Eichendorff

Nu de temperatuur oploopt, dreigt de overgang van winter naar lente zich te versnellen. Wij gaan daarom het tempo opvoeren. Het tweede sneeuwklokjesgedicht in deze reeks is van Joseph Karl Benedikt Freiherr von Eichendorff (1788-1857). Hij is de belangrijkste dichter/schrijver van de Duitse Romantiek, en is vooral bekend door zijn natuurpoëzie. Veel van zijn gedichten zijn door Schumann op muziek gezet. Continue reading Schneeglöckchen – Joseph von Eichendorff

Erstes Schneeglöckchen – Josef Guggenmos

Op de kalender nadert weliswaar de lente, maar buiten blijft de winter nog steeds hangen, en soms stormachtig bovendien. Van de vroege voorjaarsbloeiers steken slechts de eerste groene puntjes boven de grond. Ik heb zelfs nog geen sneeuwklokjes gezien, en die zijn toch vaak de eerste voorjaarsbodes (Blijkens een reaktie moeten ze er toch al zijn!). Continue reading Erstes Schneeglöckchen – Josef Guggenmos

Kerstmis in februari – Anna Enquist

Het 3e februari-gedicht is van Christa Widlund-Broer, geboren te Amsterdam in 1945. Als dichteres/schrijfster is zij bekend onder haar pseudoniem: Anna Enquist. Zij groeide op in Delft. Na het gymnasium studeerde Enquist klinische psychologie in Leiden en vervolgens piano aan het Haagse Conservatorium. Vanaf 1987 is zij werkzaam als psychoanalytica. Continue reading Kerstmis in februari – Anna Enquist