Tulpen uit Amsterdam – Herman Emmink
23-07-2008
De oplettende en trouwe lezers hebben ongetwijfeld gemerkt, dat zich in dit dichtlog gaandeweg een zekere thematische aanpak ontwikkelt. Het begon in juni met de uitleg van bollenpoëzie. Daarna manifesteerde zich in juli zelfs een dubbel thema: zoeken via internet + de herkomst van de bloemennamen. Op de thematische weg wil ik doorgaan.
Het laatste dichtlog biedt een aanknopingspunt voor het thema Perzische of klassieke bollenpoëzie, maar ook voor het thema tulpengekte. Die onderwerpen graven echter diep en bewaren we voor later. De zomertijd vraagt ter afwisseling om lichtere kost. Dus schakelen we over op het thema liedjes en liedteksten.
Er is geen passender lied om mee te beginnen dan het alom bekende ‘Tulpen uit Amsterdam’. We kennen allemaal het refrein, maar meer weten we er eigenlijk niet van (zeg nou eerlijk). Op zijn best vinden we het in deze regio een belachelijke tekst, omdat die tulpen natuurlijk helemaal niet uit Amsterdam komen, maar gewoon hier uit de Bollenstreek.
‘Tulpen uit Amsterdam’ is een oer-hollands lied, denken velen van ons naïef. Maar nee, het is geschreven door een Duitser, en de eerste uitvoering staat op conto van een Belg. Net als het Delfts blauw (imitatie van Chinees porselein), de molens en de tulp (uit Perzië en verder) is ook dit lied niet oorspronkelijk Nederlands. Ik meen, dat alleen de klompen wel een vinding van eigen bodem is.
Hoe het zij, ‘Tulpen uit Amsterdam’ is geschreven door de Duitsers Klaus Gunther Neumann en Ernst Bader. Het idee voor het lied is ontstaan toen Neumann in 1953 de Nederlandse bollenvelden bezocht. Het lied werd voor het eerst uitgevoerd door de Belg Jean Walter in 1956 (Tulpen aus Amsterdam). De Nederlandse tekst is van Eric Franssen en Piet van Aleda. In ons land werd het in 1957 op de plaat gezet door Herman Emmink, de latere bekende tv-presentator. Het was voor hem zijn 4e plaat, en een groot succes. Daarna zijn tal van uitvoeringsversies gevolgd.
Tulpen uit Amsterdam
refrein:
Als de lente komt dan stuur ik jou tulpen uit Amsterdam
Als de lente komt pluk ik voor jou tulpen uit Amsterdam
Als ik wederkom dan breng ik jou tulpen uit Amsterdam
Duizend gele, duizend rooie, wensen jou het allermooiste
Wat m’n mond niet zeggen kan zeggen tulpen uit Amsterdam
Jan uit de polder zei “Antje, ach kind ik mag je zo graag
Hoe moet dat nou liefste Antje, morgen ga ik naar Den Haag”
En bij die oeroude molen klonk onder een hemel zo blauw
“Ik heb je zo lief, en jij hebt me lief
Ach Antje ik blijf jou altijd trouw”
Refrein:
Als de lente komt dan stuur ik jou tulpen uit Amsterdam
Als de lente komt pluk ik voor jou tulpen uit Amsterdam
Als ik wederkom dan breng ik jou tulpen uit Amsterdam
Duizend gele, duizend rooie, wensen jou het allermooiste
Wat m’n mond niet zeggen kan zeggen tulpen uit Amsterdam
Zeggen tulpen uit Amsterdam