Portret – Edith Södergran

10-01-2011 (www.lisse.nl)

Portret - Edith Södergran

Edith Irene Södergran (1892-1923) is een Zweedse dichteres die pas geruime tijd na haar dood erkenning heeft gekregen. Zij werd geboren in Sint-Petersburg in Rusland en bezocht daar ook de Duitse hogeschool. Haar familie had een zomerhuis in Raivola in de streek Karelia, het gebied tussen Sint-Petersburg en het huidige Finland. Ze verbleef daar heel wat jaren, vooral ’s zomers, en zou daar ook overlijden. De ouders van Södergran kwamen uit Finland en behoorden tot de Zweeds sprekende minderheid in dat land. 

Haar vader overleed in 1907 aan tuberculose. Korte tijd later bleek ook zij die ziekte te hebben. Dat leidde tot langdurig verblijf in sanatoria, waaronder in Zwitserland. In 1912 leek ze voldoende hersteld, maar de ziekte kwam terug en leidde tot haar vroegtijdige dood in 1923.
Edith Södergran schreef haar vroege gedichten in het Duits, maar koos vanaf 1908 definitief voor het Zweeds. Zelf bracht ze vier dichtbundels uit, een vijfde verscheen postuum. Haar verdienste is dat zij het modernisme in de Zweedse poëzie heeft geïntroduceerd. Haar gedichten worden gekenmerkt door een vrij ritme en sterke beelden. Ze is beïnvloed door het symbolisme en het expressionisme. Ook was ze gecharmeerd van Nietzsche en zijn filosofie, en dat klinkt in haar latere gedichten door. Veel van haar gedichten hebben een zekere intimiteit. Thema’s zijn (mislukte) liefde, beklemming en gevangenschap (gezien haar ziekte) en visionaire beelden over een betere toekomst (reaktie op de roerige tijden van de 1e Wereldoorlog). Tijdens haar leven kreeg ze voor haar gedichten weinig waardering. Pas na de 2e Wereldoorlog kwam het besef van de grote betekenis die zij voor de Zweedse poëzie heeft gehad.
In 2002 verscheen een Nederlandse vertaling van een selectie van haar gedichten: ‘De mooiste van Edith Södergran (vertaald door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem, uitgeverij Lannoo).
Het nu volgende gedicht ‘Portret’ hoort tot haar laatste gedichten en komt uit haar postuum verschenen dichtbundel (1925). Het is een mooi voorbeeld van haar beeldende poëzie, en bevat voor ons thema een bijzondere vergelijking. Haar geliefde portretteert haar als een jonge bloembol. Omdat het een kort gedicht is, vindt u hier ook het oorspronkelijke Zweedse gedicht.

Portret
Voor mijn liedjes,
die vrolijk klagende, avondrode,
schonk mij de lente het ei van een watervogel.
Ik vroeg mijn liefste om op de dikke schaal mijn portret te schilderen.
Hij schilderde een jonge bloembol in bruine aarde –
en op de andere zijde een rond zacht heuveltje van zand. 

Porträttet
För mina små visor,
de lustigt klagande, de aftonröda,
skänkte mig våren ägget av en vattenfågel.
Jag bad min älskade måla mitt porträtt på det tjocka skalet.
Han målade en ung lök i brun mylla –
och på den andra sidan en rund mjuk kulle av sand.