Journalist van het jaar 2010 (deel 1)

Lisse, 13 januari 2011

Het wordt tijd om een oude belofte in te lossen. Natuurlijk ook om weer eens een column voor de D66-Lisse website te schrijven. Maar ik werd onlangs herinnerd aan een boude uitspraak van begin 2008. Ik zei toen, dat er ook maar eens een Lissese verkiezing voor de journalist van het jaar moest komen. Belofte maakt schuld, en dus zullen we het journaille dan eindelijk eens kietelen.


Eerst de spelregels. Want, zeg nu zelf, zo´n verkiezing moet wel serieus en verantwoord zijn.
We beperken ons blikveld tot journalisten die met enige regelmaat berichten over Lisse en Lissese gebeurtenissen. Dat is spelregel nr. 1.
Spelregel nr. 2 is, dat de journalistieke producten in openbaar toegankelijke en algemeen verspreide media verschijnen. Eigen weblogs en websites zijn dus op de grens. Verenigings- en partijblaadjes doen niet mee.
Spelregel 3 houdt in, dat scribenten met een herkenbaar politieke kleurof voorkeur bij voorbaat gediskwalificeerd zijn.
En tot slot is daar spelregel nr. 4: het per definitie niet-transparante oordeel van de onmiskenbaar deskundige jury is bindend. Daarover kan niet worden gecorrespondeerd.

Gegeven deze spelregels is de keuze gelukkig beperkt. Laten we eerst eens kijken wie er zoal in aanmerking komen. We vatten samen uit het geheime juryrapport.
De jury betreurt de afwezigheid van Ed Olivier en zijn nieuwssite Lisse Actueel. Ook van de Hillegommer en sportjournalist Hans Pronk lezen we dankzij Buijze Pers al geruime tijd niets meer. Jammer. Fotojournalist Jan van Royen toont op zijn eigen website nog steeds veel fraaie plaatjes. Daarvoor is een eervolle vermelding op zijn plaats, maar spelregel 2 is voor hem een struikelblok. Wilma van Velzen en Marian Castenmiller schrijven af en toe over leuke onderwerpen, zeg maar human interest. De jury heeft grote waardering voor deze artikelen, maar de beperkte onderwerpkeuze staat toch een nominatie in de weg.
Dan is er nog het Leidsch Dagblad als een bron van kandidaten. Daarbij wreekt zich, dat het Lissese nieuws –om voor de jury duistere redenen- in deze courant minder aandacht krijgt dan het verdient. Terwijl Lisse toch nog steeds onweersproken het centrum van de Bollenstreek is.

Dat nekt de kansen van prominenten als Sjaak Smakman, Roza van der Veer of Annet van Aarsen. Er gebeuren hier te weinig novacap- en brandweerschandalen of andere misstanden om hun pennevruchten te kunnen smaken. Runners up als Paul van der Kooij en Anton Diederich mogen voor Lisse slechts incidenteel invallen. De laatste doet wel pogingen om Lisse af en toe in de rubriek Springtij op de kaart te zetten, maar echte humor levert dat zelden op.
Al deze mogelijke kandidaten struikelen eigenlijk over spelregel 1, zo lijkt het. Maar natuurlijk is niet alleen de kwantiteit doorslaggevend. Als een journalist ook maar één, maar dan ook écht briljant, artikel over Lisse zou hebben geschreven, dan zou dat goed zijn voor een klinkende nominatie met klaroengeschal. Dat is namelijk spelregel 1a. Maar goed, beste journalisten, wees getroost, want u bent in elk geval nog genoemd, want als zelfs dat niet zo was….

Met de voorgaande verantwoording komt de jury tot de feitelijke nominatie van ‘slechts’ drie kandidaten. In alfabetische volgorde zijn dat : Joep Derksen (Witte Weekblad, soms Weekendkrant), Arie in ’t Veld (De Lisser, Woensdagkrant en Weekendkrant) en Paul de Vlieger (Leidsch Dagbad).

Om de spanning er in te houden volgt over een week deel 2: de uitslag.

Adri de Roon