Welzijn opnieuw bezien

25-11-2010

Welzijn is jargon voor een grote variëteit aan taken en voorzieningen waarvoor de gemeente (mede-)verantwoordelijk is. Dat loopt uiteen van hulp bij huishouden tot voorzieningen voor gehandicapten, van jeugdopbouwwerk en jeugdbeleid tot ouderenbeleid, en ook vrijwilligers- en mantelzorgersbeleid. Alles bij elkaar is daar veel gemeentelijk geld mee gemoeid. Maar niet alles is wettelijk precies voorgeschreven. Bij de komende forse bezuinigingen zal ook dit terrein niet ontzien kunnen worden.
Maar er zijn ook inhoudelijke redenen om de gemeentelijke bemoeienis met ‘welzijn’ weer eens tegen het licht te houden. Zo is er bijvoorbeeld de “kanteling “ van de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning). Bij die kanteling gaat het erom de eigenlijke doelstelling van die wet in praktijk te brengen. Bij de invoering van de wet 4 jaar geleden hebben gemeenten zich eerst op hun nieuwe taken geconcentreerd (hulp bij het huishouden). De bestaande taken –veelal welzijn- werden zonder veel verandering gewoon voortgezet. Het gaat bij de WMO om de participatie aan de samenleving mogelijk te maken voor mensen die daar zelf minder goed toe in staat zijn. Daarvoor waren voorzieningen beschikbaar, waarop men in de oude regelgeving ‘recht’ had, bijvoorbeeld een scootmobiel. De oplossing stond dus centraal, terwijl in de geest van de WMO in feite het probleem, de persoon en zijn unieke situatie, centraal behoort te staan. Ook gaat de WMO uit van een grote eigen verantwoordelijkheid van de persoon en van zijn sociale omgeving. De kanteling van de WMO beoogt de invalshoek te verleggen, van de oplossing naar het probleem, niet meteen kijken naar wat een persoon niet meer) kan, maar naar wat hij of zij nog wel kan en hoe dan het probleem het beste kan worden opgepakt. Deze kanteling zal de meeste effecten hebben voor het verstrekken van (indiciduele) voorzieningen. Maar om de kanteling kan alleen goed uitpakken, als ook het overige welzijnsveld goed op orde is! Naast de financiën, dus een belangrijke reden om het welzijns taken – en activiteiten in Lisse opnieuw te bezien.
Een derde reden is dat het zo langzamerhand tijd wordt om na te gaan of al het ‘welzijn’ in Lisse voldoende effciënt en samenhangend is georganiseerd. Eigenlijk is daar al heel lang niet naar gekeken. Wie kritisch kijkt, ziet versnippering, niet altijd doelmatige aansturing en onvoldoende bundeling. Daar valt dan ook de nodige verbetering in aan te brengen en daarmee efficiencywinst te boeken (dus minder pijnlijke bezuiniging). Mijn ideaalbeeld is wat in heel veel gemeenten al lang is gerealiseerd, namelijk één brede Stichting Welzijn. Daarin zou de gemeente een groot aantal welzijnstaken in samenhang en met een eenduidige aansturing moeten onderbrengen. Dat past ook prima in de rol van regisserende gemeente.
Soms vallen ontwikkelingen op een goed moment samen en komt het tot een stroomversnelling. De recente aanbesteding van het Maatschappelijk Werk en de overgang van Valent naar Kwadraad is daar een voorbeeld van. Genoemde drie eerdere aanleidingen om de gemeentelijke welzijnstaken opnieuw te bezien welzijn krijgen dan ineens extra impulsen. In elk geval geldt dat voor mijn denken over één stichting Welzijn. Ik vermoed maar zo, dat ik hierover binnenkort meer kan vertellen.