Adriaan Morriën (1912-2002) – Samenhang

Het werd hoog tijd weer een dichtlog te publiceren. Er volgen er spoedig meer.

De Nederlandse dichter/schrijver Adriaan Morriën werd geboren in Velsen, en groeide op in een gereformeerd milieu. Hij studeerde Frans, en was aanvankelijk een aantal jaren docent in die taal. Hij was na de Tweede Wereldoorlog werkzaam als adviseur van uitgeverijen (Van Oorschot en De Bezige Bij), als redacteur en vertaler, en als recensent (o.a. voor Het Parool en Vrij Nederland).
Hij vertaalde werken van o.a. Heinrich Böll en Albert Camus. Morriën was een eigenzinnige man, die hevige ruzie had met de schrijver W.F. Hermans (die hij ‘ontdekt’ zou hebben). Op latere leeftijd leed hij aan een langdurige depressie.

Tussen 1939 en 1992 publiceerde Adriaan Morriën een 13-tal dichtbundels. Bij Van Oorschot verschenen in 1993 zijn ‘Verzamelde gedichten’. De belangrijkste thema’s in zijn gedichten zijn: de vrouw, liefde, erotiek, schaamte, en de dood. Zijn poëzie is beschouwend en waarnemend, fijnzinnig en gestileerd. Hij ontving o.a. de Herman Gorter-prijs in 1988 voor de bundel ‘Oogappel’ (een keuze uit zijn liefdesgedichten), en de Martinus Nijhoff-prijs in 1964 voor zijn vertaalwerk. In 1999 werd hij benoemd tot Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw (maar hij was wel lid van het Republikeins Genootschap).

Het gedicht ‘Samenhang’ werd gepubliceerd in het tijdschrift Libertinage (6e jaargang, 1953). Het gaat over het thema vrouw en liefde. Het staat vol met tegenstellingen waar volgens de titel toch een samenhang in aanwezig is.

Samenhang

Als ik een kind zie zie ik water stromen

Zie ik een vrouw dan zie ik haar met kinderen op haar arm

Haar rust is vol veranderingen

Haar slaap snelt naar een ongeweten doel

Haar glimlach vliegt, haar blik gaat verder dan mijn teerst gevoel

Zelfs in haar traagheid galoppeert mijn kracht

 

Iedere dag heeft zijn zomer en winter

Zijn hyacinthen en zijn blauwe asters

De wereld is nog vol geboorte

En ieder uur duurt langer dan mijn dood

Waar zij voorbijgegaan is hoor ik nieuwe mensen zingen

Waar zij tevreden slaapt verandert onrust in een droom