Kerstmis in februari – Anna Enquist

Kerstmis in februari – Anna Enquist

26-02-2010

Kerstmis in februari - Anna Enquist

Het 3e februari-gedicht is van Christa Widlund-Broer, geboren te Amsterdam in 1945. Als dichteres/schrijfster is zij bekend onder haar pseudoniem: Anna Enquist. Zij groeide op in Delft. Na het gymnasium studeerde Enquist klinische psychologie in Leiden en vervolgens piano aan het Haagse Conservatorium. Vanaf 1987 is zij werkzaam als psychoanalytica.
Literair gezien is Anna Enquist een laatbloeier. Haar eerste dichtbundel (Soldatenliederen) verscheen in 1991; het jaar daarop kreeg ze daarvoor de C. Buddingh´-prijs. Voor haar tweede dichtbundel (Jachtscènes, 1992) ontving ze in 1993 de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs.
Inmiddels heeft ze nog zes dichtbundel uitgebracht. Anna Enquist heeft ook diverse romans, verhalen en theatermonologen op haar naam staan. Ze schreef het boekenweekgeschenk 2002 (De Ijsdragers). De hoge oplagen van haar dichtbundels en boeken weerspiegelen haar populariteit.
In 2001 verloor zij haar dochter ten gevolge van een ongeluk met een vrachtauto. Zij voerde daarna politieke actie om de dodehoekspiegel voor vrachtwagens verplicht te maken. In 2004 verscheen haar bundel De Tussentijd , met gedichten over het gemis van haar dochter.
Belangrijke thema´s in het werk van Anna Enquist zijn moederschap, muziek, psychologie, en verzet tegen verlies en verval. Haar gedichten zijn vaak somber en heftig, vol pijn en emoties, en presenteren het leven als een voortdurende strijd.
Het gedicht ´Kerstmis in februari´ hoort tot de vroege gedichten van Anna Enquist. Het staat  in de gelijknamige dichtbundel uit 2007, waarin haar eerste drie bundels zijn opgenomen. Het gedicht toont een afkeer van de lente, een weerzin tegen het ontluikend leven, want dat is gedoemd om weer verloren te gaan: “een pronkziek doelwit voor een wreed seizoen”. Daarom is er de oproep aan de winter om te blijven, en wordt de laffe crocus vertrapt. Deze ongewone invalshoek is intrigerend. Is de dichteres nu echt zo cynisch of houdt ze ons voor de gek met de stijlfiguur van de tegenstelling?  

Kerstmis in februari

Winter, weiger toch het harnas van bevriezing
prijs te geven, handhaaf het regiem van vorst
zodat wie over harde ribbels holt de enkels
breekt, zijn koud gezicht bezeert. Zodra
de grond verweekt begint het zwoele circus
van de groei: wortels en wormen, vraatzucht
en verzadiging, lauw zwellend zaad. De bomen
in verwachting, bezig met het baren van hun
blad, zijn niet meer waakzaam; al wie ondergronds
ontdooit gaat vreten en verlangen, wordt
een pronkziek doelwit voor een wreed seizoen.

Ik ving nog niet voldoende scherpe wind,
vertrap de laffe crocus met mijn hak en
wens geen lente; misselijk van ingehouden
mildheid wens ik geen lente dit jaar.