Lisse, 17 januari 2010
Aan logboekachtig geneuzel doe ik niet mee. En columns schrijven is een kunst. Voor mij dus geen modern gedoe onder de vlag van een Engelse kreet. Maar ik wil wel graag kwijt hoe ik de afgelopen vier jaar heb ervaren en wat ik Lisse voor de komende periode toewens. Daarom breng ik de komende tijd wekelijks een bericht, waarin ik terugblik en vooruitkijk. Dat gaat steeds over een gebied (portefeuille heet dat deftig) waarvoor ik zelf direct verantwoordelijk ben geweest.
Dit eerste weekbericht gaat over samenwerken tussen gemeenten. Ik beperk mij hier tot de samenwerking in het verband van Holland Rijnland, bestaande uit de 12 gemeenten van de Duin- en Bollenstreek en de Leidse regio. De afgelopen vier jaar mocht ik lid zijn van het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland namens de gemeenten Hillegom, Lisse en Noordwijkerhout. Mijn portefeuille betrof de Sociale Agenda, zeg maar de sociaal-maatschappelijke onderwerpen die de gemeenten op regionaal niveau gezamenlijk willen aanpakken. Deze extra en -overigens onbezoldigde- bestuursfunctie heeft me gemiddeld 1 tot 1,5 dag per week aan tijd gekost. Daar staat tegenover, dat ik de belangen van de Noordelijke Bollenstreek met verve heb mogen vertegenwoordigen en dat deze functie veel voldoening heeft gegeven. Ik kijk terug op een succesvolle periode, waarin veel is gebeurd en veel tot stand is gebracht. De gezamenlijke aanpak van de nieuwe WMO, de doorontwikkeling van het Regionaal Bureau Leerplicht, de aanpak van het tegengaan van voortijdig schoolverlaten, de nieuwe opzet van het arbeidsmarktbeleid, het wegwerken van de wachtlijsten in het speciaal onderwijs, en de ketenbenadering in het jeugdbeleid zijn zeker het vermelden waard. Maar ook de constructieve wijze waarop de gemeenten voor wat betreft de Sociale Agenda wilden overleggen en samenwerken. Publicitair heeft het (in Lisse) niet erg veel aandacht gekregen. Infrastructuur en ruimtelijke ordening staan meer en vaker in de belangstelling. Opmerkelijk, als je bedenkt dat het ten slotte toch steeds om mensen gaat. De Sociale Agenda van Holland Rijnland was de afgelopen vier jaar zo gevuld en intensief, dat besloten zal worden om deze portefeuille in de komende periode over twee db-leden te verdelen. Dat geeft extra trots en voldoening.
Voor de komende vier jaar zal de gemeente Lisse vermoedelijk geen db-lid voor Holland Rijnland mogen leveren. Dan zal immers wel een andere gemeente “aan de beurt” willen zijn. Samenwerken blijft voor gemeenten een zaak van groot belang, al gaat het niet altijd van een leien dakje. Dat heeft alles te maken met het eigen belang dat meestal op de korte termijn speelt, tegenover het gezamenlijk belang dat vaak pas op langere termijn profijtelijk is. Gemeenten sturen nog te vaak hun vertegenwoordigers met alleen het eigen gemeentelijk belang het overlegstrijdperk in. Bij samenwerken zijn de bestuurlijke houding en het onderlinge vertrouwen essentieel. De bereidheid om het gemeenschappelijk belang stevig te laten meewegen is een prominente voorwaarde. Samen sta je immers sterk, op den duur. Sommige partijen vinden intergemeentelijke samenwerking tijdrovend, vermoeiend en kostbaar, en pleiten voor –evenzeer kostbare- schaalvergroting en fusie (PvdA en VVD). Anderen zijn mordicus tegen (Nieuw Lisse) of spreken zich Lubberiaans onduidelijk uit (CDA): “kan niet worden uitgesloten” (verkiezingsprogramma) en ”een fusie is realistisch, werken wij constructief aan mee” (verkorte versie?!). D66 Lisse is vooral nuchter. Wij zijn voor samenwerking. Wij zijn niet tegen een fusie, als de voordelen daarvan opwegen tegen de nadelen. En we zijn vooral ook duidelijk: in geval van een fusie willen wij eerst onze inwoners raadplegen.
Adri de Roon