De Crocus en de Hyacint – Dorus

De Crocus en de Hyacint – Dorus

29-07-2008

De Crocus en de Hyacint - DorusDorus:“Zeg meneer Cor Steijn, neem me niet kwalijk als ik effe onderbreek, maar zou u mij misschien even op m´n rug willen krabbelen?” Cor Steijn: “Maar Dórus….” Dorus: “Nee, nee, nee, nee, het is niet wat u denkt…..”
Zo begint ´Twee motten´ van Dorus alias Tom Manders, zijn eerste grote plaat uit 1956 die een half jaar in de hitlijsten stond. Het is een schitterend en humoristisch lied, dat nog steeds de moeite van het beluisteren waard is. Mijn vader heeft de 78-toerenplaat destijds meteen gekocht, en ik heb hem in mijn vroege jeugd (stiekem) grijs gedraaid.
Tom Manders (1921-1972) is vooral beroemd geworden van het zwerverstypetje waarmee hij in 1954 voor het eerst het podium betrad. Dat was in het revuecafé Saint-Germain-des-Pres aan het Rembrandtplein in Amsterdam. Dat morsige personage met bolhoed, druipsnor en streepjestrui noemde zich Dorus, en daarmee hij vierde hij al gauw ook op radio en tv (bij de VARA) grote successen. Tussen 1956 en 1962 werkte hij samen met Cor Steijn die hem pittig op het Hammondorgel begeleidde. Dorus scoorde diverse hits, waarvan ook het lied ´Bij de marine´ uit 1959 nog steeds heel bekend is.

                                                                                                                          

Bij het thema liedjes mag het volgende nummer van Dorus niet ontbreken: De crocus en de hyacint (1957). De plaat werd uitgebracht door Decca op 1 oktober 1957. In tegenstelling tot Twee motten is het veel meer tijdgebonden. Zeg nu zelf, wie slaat er zijn dochter tegenwoordig nog? Ook doet het wel erg denken aan de wat bekrompen tijdgeest van de jaren vijftig en de toen nog verzuilde Nederlandse samenleving. Trouwen buiten je eigen soort, dat deed je niet. Aan dat soort normen en waarden danken we het gezegde: twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen. Maar of dit liedje impliciet een parodische verwijzing naar dat fenomeen bevat, weet ik niet. We kunnen het de tekstschrijver niet meer vragen. Misschien bedoelde hij gewoon een liedje in de trant van liefde overwint alles.

De Crocus en de Hyacint

Een gele Crocus en een witte Hyacint
Stonden te vrijen op een plekkie uit de wind
Ze waren gelukkig, zo blij als een kind
Hij zoende die Crocus, en zij die witte Hyacint

Hij wilde haar trouwen, die witte Hyacint
En ging naar haar vader, voor de hand van dat kind
Pa wilde niet weten, dat zijn kind werd bemind
En hij sloog zijn Crocus, zijn bloedeigen kind

En vader zei: Daar kan niks van kommen, weet waar je aan begint
Want de kleur van een Crocus is heel anders als van een Hyacint
Dat wordt niks anders als ellende, waar je je ook bevindt
Maar alle geliefden, slaan die raad in de wind

Ze trouwden heel stiekum, en ze kregen een kind
Dat leek op een Crocus en op een Hyacint
En alle bollen negeerden de familie Hyacint
Hu, maar ach, die hadden daar geen oog voor, want je weet, liefde maakt
blind

Toen, toen kwam er een expositie, van narcis tot Hyacint
Ons echtpaar dat schreef gelijk in en natuurlijk ook voor hun kind.
En dat kreeg nou als beloning een krans met een lint
Vanwege zijn stamboom en zijn originele tint

(foto krokus en hyacint (c) en met dank aan A. in ´t Veld)