Ghazals – Hafiz

Ghazals – Hafiz

10-02-2009

Ghazals - Hafiz

De Perzische dichter Hafiz (ca. 1320-ca. 1390) hoort tot de grootste van zijn tijd, en is ook vandaag de dag in Iran nog zeer geliefd. In het Westen heeft hij invloed gehad op romantische dichters zoals Goethe en Lord Byron. Hafiz was de zoon van een kolenboer. Hij werd geboren en overleed, net als Saadi, in Shiraz.  Voluit heette hij: Khwaja Shams ud-Din Muhammad Hafez-e-Shirazi. De betekenis van Hafiz of Hafez luidt: iemand die de Koran uit zijn hoofd kent; en dat is één van de vele legenden die over hem de ronde doen.
De poëzie van Hafiz staat geheel in de traditie van het soefisme. In deze mystieke stroming van de islam zouden hindoeïstische, oud-Perzische en Grieks-filosofische invloeden terug te vinden zijn. In de kern gaat het om de vereenzelviging van God en mens, het opgaan in God. In de gedichten van Hafiz -en ook van Omar Khayyám- is veelvuldig sprake van het drinken van (verboden) wijn en van de liefde (vaak voor knappe jongelingen). Dit zijn eigenlijk metaforen zijn voor de fasen van religieuze beleving. Ook de taveerne en de kelk hebben overdrachtelijke betekenis.
De meeste gedichten van Hafiz zijn zogeheten ‘Ghazals’: lyrische gedichten van 4 tot 16 coupletten met een amoureus of mystiek onderwerp. Een verzameling Ghazals heet een diwan of divan. Afhankelijk van de editie bestaat de divan van Hafiz uit 573 tot 994 gedichten. Grappig is, dat Hafiz in al zijn ghazals zichzelf noemt, vaak aan het eind.     De Engelse Gertrude Bell (1868-1926) heeft een fraaie vertaling van Hafiz’ gedichten gemaakt(1897). Zij was een vooraanstaand archeologe en taalkundige die een belangrijke rol heeft gespeeld bij de vorming van de staat Irak na de 1e Wereldoorlog.

De divan van Hafiz is een rijke vindplaats van bollenpoëzie. Hieronder volgen twee coupletten uit een Ghazal van zes, zoals vertaald door Gertrude Bell. Het is een mooi specimen van de prachtige poëzie van Hafiz. Let op de soefi-elementen en op de enscenering van de tulp.  Kaus, Kai en Djem zijn namen van Perzische koningen. Ook wordt de beroemde Perzische legende aangehaald over de liefde tussen Ferhad en Shirin. De laatste was de vrouw van de Perzische koning Khusro die Jeruzalem verwoest zou hebben. Maar zij was en bleef verliefd op de eenvoudige Ferhad. Hij zwierf door de woestijnen en bergen van Perzië, wanhopig omdat hij haar nooit zou kunnen krijgen. Uiteindelijk zei de koning tegen hem dat hij Shirin vrij zou laten, als Ferhad door de bergen heen een andere loop van een rivier kon uithakken. Toen hij daar na langdurige inspanningen bijna in geslaagd was, liet de koning hem valselijk weten, dat Shirin dood was. Na dat bericht stortte Ferhad zich van de berg. Met Khusro liep het slecht af: hij werd door zijn eigen zoon vermoord. En toen deze Shirin wilde trouwen, pleegde zij zelfmoord. Tegen de achtergrond van deze legende is het een schitterend beeld dat Hafiz oproept van scharlaken-rode tulpen in de lente in de woesternij van Iran……

Ghazals van Hafiz
(fragment)
What man can tell where Kaus and Kai have gone?
Who knows where even now the restless wind
Scatters the dust of Djem’s imperial throne?
And where the tulip, following close behind
The feet of Spring, her scarlet chalice rears,
There Ferhad for the love of Shirin pined,
Dyeing the desert red with his heart’s tears.

Bring, bring the cup! drink we while yet we may
To our soul’s ruin the forbidden draught
Perhaps a treasure-trove is hid away
Among those ruins where the wine has laughed!–
Perhaps the tulip knows the fickleness
Of Fortune’s smile, for on her stalk’s green shaft
She bears a wine-cup through the wilderness.